20 april 2020 zal nooit meer vergeten worden door oliehandelaren. Het is de dag dat iets gebeurde dat nooit eerder was gebeurd. De olieprijzen werden negatief. Helaas was dit effect maar beperkt merkbaar aan de pomp. De brandstofprijzen daalden wel maar niet zo hard als de olieprijzen. Alhoewel de olieprijzen zich nu herstellen, is het de vraag of nu definitief de omslag wordt gemaakt van fossiele energie naar duurzame energie of dat alles weer het oude wordt. Daar gaan we eens naar kijken in deze blog.
Ook ik heb natuurlijk een mening over de olie industrie en de duurzame industrie. Die mening laten we voor dit artikel even achterwegen. Dit is een website over beleggen en persoonlijke financiën en vanuit dat perspectief kijken we naar deze ontwikkeling. De vraag wat beter is voor de wereld is heel erg interessant maar niet voor deze website. We bekijken dit vanuit economisch perspectief en vragen onszelf af hoe we met zo weinig mogelijk risico en zo hoog mogelijk rendement kunnen behalen.
Zie dit betoog dus vooral als tegengeluid tegen de trend om te investeren in duurzame energie. Het is altijd goed om een ontwikkeling van twee kanten te bekijken. Ik denk dat je op internet genoeg artikelen kan vinden om wél te investeren in duurzame energie. Ik ga de andere kant laten zien.
Twee gebeurtenissen tegelijkertijd
Veel bedrijven hebben het de afgelopen tijd heel zwaar gehad door de coronacrisis. Voor oliebedrijven is de coronacrisis eigenlijk een dubbele crisis want er is ook een oliecrisis. Tegelijkertijd met de coronacrisis rijst bij veel mensen de vraag of de transitie naar duurzame energie niet versneld kan worden. De overheid probeert met veel steunmaatregelen bedrijven overeind te houden en veel mensen vragen zich af of deze steunmaatregelen niet gebruikt kan worden voor het bereiken van de doelstellingen op duurzaam gebied.
Hierdoor zou er sprake zijn van een versnelde transitie naar duurzame energie. Veel mensen vergeten echter dat duurzame energie niet 1 maar 2 behoeften moet vervullen, namelijk onze behoefte aan energie én mobiliteit. Hierdoor moeten duurzame oplossingen 2x zo effectief zijn. Tot nu toe is gebleken dat dit lastig haalbaar zal zijn. Maarja daarom is het ook een transitie en geen revolutie. Misschien komen we er langzaam. Dit feit zorgt er wel voor dat we in die tussentijd onze vraag naar energie en mobiliteit moeten blijven voldoen met olie. Dan is er nog de vraag of er voldoende duurzame energie is om die 2 behoeften volledig te vervullen. En hoe zit het met onze groeiende behoefte naar energie? Dat is voor nu lastig te zeggen maar een feit is dat we dus voorlopig fossiele grondstoffen nodig hebben.
Subsidies als aanjager van duurzame energie
Veel overheden jagen gewenste ontwikkelingen (zoals het produceren van duurzame energie) aan met subsidies of accijnsen. Subsidies voor de dingen die je wel graag ziet (zoals elektrische auto’s, zonnepanelen en onderzoek naar duurzame oplossingen) en accijnsen voor de dingen die je minder graag ziet (extra belasting op brandstof, de BPM op auto’s, een CO2 taks). Het is de vraag of de transitie naar duurzame energie zichzelf kan dragen zónder overheidssubsidies. En overheidssubsidies zijn erg afhankelijk van het maatschappelijk draagvlak. Hierbij gaat het niet alleen om het doel wat er wordt nagestreefd (want dat is erg nobel) maar ook hoe het instrument subsidie wordt ingezet.
Voorbeelden van stimuleren dat niet meer nodig is
Ik zal een aantal voorbeelden geven. Deze voorbeelden vind ik signalen dat subsidies voor duurzame energie niet voor eeuwig zullen blijven en als gevolg de transitie zullen vertragen.
De plug-in hybride auto’s
De Mitsubishi Outlander was een van de auto’s met een stekker waar je ook mee kon rijden met benzine. Hybride auto’s. Deze auto’s hadden een zeer lage bijtelling en wegenbelasting, want in theorie kon je er alleen maar elektrisch mee rijden. Dat zou erg duurzaam zijn. Door de aanschaf- en lopende kosten voor deze auto’s flink te verlagen heeft de overheid sterk bijgedragen aan de vraag naar deze auto’s (en andere auto’s met een stekker). De vraag is; moet de overheid een ontwikkeling stimuleren als de maatschappij tóch al de kant op beweegt? Het antwoord is nee vond de Rekenkamer (een organisatie die overheidsbeleid evalueert). Ofja ze hebben aangegeven dat het in ieder geval een dure maatregel is voor iets wat toch al zou gebeuren. Daar kan overheidsbeleid niet veel aan doen. Ondertussen hebben veel mensen een Mitsubishi gereden op koste van de belastingbetaler. Dat verkleint het draagvlak voor subsidies.
Zonnepanelen voor particulieren
Hetzelfde beseft de overheid nu met zonnepanelen. Hierop zijn twee subsidies van toepassing. Als particulier kun je de btw aftrekken (scheelt 21% op je aankoopbedrag) en kun je stroom terug leveren aan het netwerk en krijg je daarvoor álle kosten terug. Deze laatste regeling wordt al afgebouwd in 2023. De zonnepanelen is een duidelijk voorbeeld van een ontwikkeling die niet meer gestimuleerd wordt als deze ontwikkeling ook op eigen benen vooruit kan.
Dit zijn nog maar voorbeelden van kleine ontwikkelingen binnen de grote transitie naar duurzame energie. Ik kan mij niet voorstellen dat de overheid subsidies blijft geven als grootschalige ontwikkelingen gesubsidieerd moet worden. Dat gebeurt nu wel met windparken maar ik ben ervan overtuigd dat deze windparken straks op eigen benen moeten staan, nog vóór we voldoende windstroom hebben om olie, gas en kolen uit te bannen. Enerzijds om misbruik te voorkomen en anderzijds omdat de ontwikkeling eenmaal in gang is gezet en stimulatie vanuit de overheid niet meer nodig is. Voor mij is dit nog een reden dat fossiele energie voorlopig nog wel blijft.
Subsidies voor een groot datacentrum
Je zou het voorbeeld van de Mitsubishi Outlander kunnen zien als misbruik. Wat je ook als misbruik kan zien (vind ik), zijn de subsidies voor de aanleg van windmolenparken om datacentra te voorzien van duurzame energie. Alleen het bedrijf van de datacentra profiteert en de belastingbetaler mag daarvoor betalen omdat de overheid subsidies geeft. Iets wat Arjan Lubach mooi heeft verwoord in één van zijn afleveringen. Onvrede vanuit de maatschappij kan het draagvlak (steun) voor een bepaalde subsidie sterk doen afnemen.
Dus…. Als iets niet nodig is én er wordt misbruik van gemaakt én het is niet te betalen voor de volledige invulling van onze vraag naar energie en mobiliteit…. Waarom hebben we het dan nog? Subsidies voor duurzame energie blijven nog wel even maar wellicht hebben we de piek al gehad.
Niet iedereen kan mee in de energietransitie
Met de Amerikaanse verkiezingen heeft de wereld er straks weer een president bij die voorstander is van duurzame energie. De Verenigde Staten is een rijk land en kan die transitie makkelijker maken dan ontwikkelingslanden en opkomende landen. Wat gaan die doen? Daar is de behoefte aan economische groei vaak nog steeds groter dan de behoefte aan duurzame groei. Als de oliebedrijven geen geld zouden kunnen verdienen in Westerse (rijke) landen, dan kan het nog steeds geld verdienen in ontwikkelingslanden.
En denk jij dat de nieuwe Amerikaanse president China voorbij laat gaan omdat ze zelf zo graag duurzame energie willen opwekken? De energietransitie zal ook in de Verenigde Staten plaatsvinden maar niet ten koste van economische groei in de concurrentiestrijd met China. Zeker niet nu vooral de Verenigde Staten de coronaklappen krijgt en China veel minder.
Duurzame energie is vaak niet zo duurzaam
Duurzame energie is vaak niet duurzaam. Veel landen zetten gas in als alternatief om deze transitie door te komen. Gas is minder vervuilend dan kolen en olie. Nederland kiest ervoor om gas over te slaan maar de meeste landen niet. Veel oliebedrijven (zoals Shell) halen ook gas uit de grond. Dat is voor mij ook een reden dat er voorlopig nog wel een toekomst is voor oliebedrijven.
Daarnaast moet de maatschappelijke discussie nog gevoerd worden wat we straks doen met al die afgeschreven zonnepanelen en windmolens. Die overigens erg veel vervuiling veroorzaken bij de productie maar dus ook bij de recycling. Dezelfde discussie moet ook nog gevoerd worden voor de batterijen in de elektrische auto’s. Misschien is écht en 100% duurzaam wel niet haalbaar met de behoeften die wij hebben?
Voor de productie van zonnepanelen en batterijen zijn zeldzame metalen nodig. En geloof mij, dat gebeurd echt niet duurzaam. Voor zowel mens als milieu niet.
De vraag naar energie
Onder andere door opkomende landen zal de vraag naar energie toenemen. De vraag naar olie zal ook gewoon toenemen. Men doet vaak de verkeerde aanname dat een stijging van de vraag (en aanbod) naar duurzame energie onlosmakelijk gekoppeld zit aan de daling van de vraag naar fossiele energie. In feite groeit de wereldwijde vraag naar olie nog steeds. Dat zal de komende 10 (misschien zelfs 20) jaar nog wel blijven. Het is alleen niet hip en trendy om dit te zeggen. Wereldwijde vraag naar olie zal zich in 2021 al herstellen. Goldman Sachs denkt dat de vraag naar olie nog zal groeien tot minimaal 2030. En het IMF denkt dat het pas zal pieken in 2040. Die mensen hebben hier echt wel goed over nagedacht. Waarschijnlijk beter dan jij en ik. De oliecrisis is dus cyclisch (tijdelijk) in plaats van trendmatig (permanent).
Investeringen in duurzame energie
Als we kijken naar bedrijven die actief zijn in de duurzame energie zijn er verschillende opties:
- Producenten van duurzame energie
- Bouwers van de infrastructuur (zoals laadpalen)
- Fabrikanten van elektrische auto’s
- Misschien nog andere industrieën?
Binnen deze industrieën zijn er volgens mij 2 soorten. De nieuwe opkomende bedrijven en de gevestigde orde van grote bestaande bedrijven.
Daarnaast kun je ook vergelijken van een nieuwe industrie (duurzame energie) en een oude industrie (fossiele energie).
Investeren in een opkomend bedrijf (groei vs waarde)
Laat ik dit voorop stellen als een feit; investeren in een technologische revolutie is érg moeilijk. Het is bijna onmogelijk om hier succesvol rendement uit te halen zonder erg grote risico’s te nemen. Bekijk de onderstaande staafdiagrammen maar:
In de afbeelding is duidelijk te zien dat groeiaandelen (zoals aandelen in duurzame energie) vaak een slechter rendement geven dan waardeaandelen (zoals aandelen in fossiele energie). Sterker nog; de kans op een zwaar negatief rendement bij groeiaandelen is groter dan bij waarde aandelen. Dat komt omdat de toekomst van groeibedrijven onduidelijk is. Gaan ze winst maken? Zo ja, hoeveel? En is dat genoeg om te blijven groeien en vertegenwoordigt de aandelenprijs de waarde van het bedrijf? Waarde aandelen bieden meer zekerheid en de kans dat je het juiste bedrijf selecteert is groter.
Investeren in nieuwe industrie vs oude industrie
Dan kunnen we kijken naar het rendement van een oude (gevestigde) industrie en een nieuwe industrie. De onderstaande afbeelding is daarvan een mooie vergelijking, waarbij het rendement van de olie industrie wordt vergeleken met de software industrie.
Je ziet dat een dollar geïnvesteerd in 1971 meer rendement opleverde met olie dan met software. Dat komt omdat veel bedrijven in een groeiende industrie (software in dit geval maar dat kun je dus ook zien bij duurzame energie) failliet gaan. Een failliet bedrijf drukt het rendement natuurlijk enorm. De fossiele industrie heeft die fase al ondervonden en er zijn nu alleen nog maar soliede bedrijven. De kans is in ieder geval kleiner dat zij failliet gaan.
Best wel vreemd want als je bijvoorbeeld 20 jaar geleden $100,- had geïnvesteerd in een Apple of Microsoft ben je nu vast miljonair. Maar hoe kies jij de nieuwe Apple of Microsoft van de duurzame industrie? Het antwoord is; dat doe je niet. In ieder geval niet zonder enorm veel risico te nemen. En een goede belegger kijkt eerst naar risico’s en dàn pas naar rendement. Laat je niet leiden door de mensen die het toevallig wel is gelukt want die zijn in de zware minderheid en het is vaak gebaseerd op puur geluk.
Tesla
En ik hoor je vast al zeggen; en Tesla dan? Helaas zullen we pas achteraf weten wie die nieuwe Apple of Microsoft wordt van de industrie voor elektrische voertuigen. Die race is nog lang niet gelopen. Tesla heeft echter wel een goede voorsprong maar pas nu beginnen traditionele autobouwers op st(r)oom te komen. De aandelenkoers vertelt op dit moment wel een ander verhaal maar de realiteit moet de aandelenkoers nog bereiken.
Mijn conclusie
Ik zie dus erg veel risico’s in het investeren in een nieuwe industrie én het levert niet meer rendement op, over de lange termijn. Bovendien is het heel lastig om aan het begin van deze transitie de winnaar te kiezen en daar mijn geld op te wedden. Misschien is de winnaar nog niet eens geboren?!
Daar staat tegenover dat olie en gas zeker 10 maar misschien nog wel 20 jaar hard nodig is én zal groeien. Daarna kunnen we pas spreken van een piek denk ik. Tot die tijd krijg je een prima rendement en een mooi dividend en is er ook nog een grote kans dat de grote oliejongens óók meegaan in de transitie naar duurzame energie.
Mijn volgende stap is bekijken welk oliebedrijf voor mij de beste kanshebber wordt. Ik heb hieronder in ieder geval een mooie grafiek gevonden die wel wat onderwaarding laat zien bij ‘onze’ Shell. Stay Tuned for more.
Hoe denk jij erover? Is de oliemarkt al gepiekt of blijft de vraag de komende jaren ouderwets hoog?
Zie je graag een analyse van een andere sector?
Laat het mij weten in de reacties hieronder!
Uit onderzoek blijkt dat het erg lastig is om het juiste aandeel te kiezen in een nieuwe markt zoals duurzame energie. Ben jij de persoon die de markt verslaat met het kiezen van hét aandeel? Nee? Dan kun je misschien beter kijken naar een indexfonds of ETF! Zo pak je de hele markt mee en er zijn nog veel meer voordelen.