Misschien heb je er al eens van gehoord. Beleggen in moat aandelen. Moat is Engels voor slotgracht. Het is een brede sloot vol water vlak voor een kasteelmuur om de indringers buiten te houden. Maar wat heeft moats dan te maken met beleggen? Dat gaan we bespreken in dit artikel.
Tip: bij eToro kan je zonder commissies beleggen in aandelen. Klik hier om een gratis demo te openen (je kapitaal loopt risico).
Dé belegger Warren Buffett had het in 1999 voor het eerst over moat aandelen. Zijn favoriete type aandelen. Moat aandelen zijn aandelen van bedrijven met een aanzienlijk economisch concurrentievoordeel ten opzichte van haar sectorgenoten. De moat (ofwel slotgracht) beschermd het kasteel (het bedrijf) tegen gevaren van buitenaf (concurrenten). De slotgracht is dat economisch concurrentievoordeel. Een concurrentievoordeel zorgt ervoor dat het bedrijf winst kan blijven maken en de markt kan blijven domineren. Het beschermt de winstgevendheid van het bedrijf. Wat zou je nog meer willen als belegger?
De website Morningstar heeft overigens 3 types als het gaat om een moat, namelijk:
- No moat (geen concurrentievoordeel)
- Narrow moat (tenminste 10 jaar een verwacht concurrentievoordeel)
- Wide moat (tenminste 20 jaar een verwacht concurrentievoordeel)
Hoe herken je een moat aandeel?
Je herkent een moat aandeel dus aan zijn economisch concurrentievoordeel. Het concurrentievoordeel kun je opsplitsen in 5 verschillende bronnen:
- Immateriële activa (patenten, licenties, merknaam)
- Overstapkosten (duur om naar de concurrent te gaan)
- Netwerkeffect (binding met klanten/bedrijf)
- Kostenvoordeel (goedkoper produceren, laagste prijs)
- Efficiëntie schaal (schaalvoordelen)
Om een beter beeld te krijgen, kijken we naar een aantal voorbeelden.
Tip: zoek zeker niet alleen bij de grote bedrijven. Als een bedrijf een sterke concurrentiepositie heeft in een niche is dat ook een moat aandeel!
Immateriële activa (patenten, licenties, merknaam)
Het beste voorbeeld hiervan is toch wel Coca Cola. Je hebt dan wel Pepsi, maar Coca Cola heeft dé naam over de hele wereld. Sterke merknamen kun je soms makkelijk herkennen als je het betreffende voorwerp of dienst eerder bij de merknaam noemt, dan bij de naam van het voorwerp of dienst. Denk dus aan iPad, Coca Cola, Luxaflex, Oreo-koekjes, Netflix en Google. Die laatste 2 herken je aan het feit dat daar zelfs werkwoorden voor zijn.
Patenten en licenties zijn een ander verhaal. Deze zie je vaak in de biotech industrie waar bedrijven voor een lange tijd exclusief het recht krijgen om een bepaald geneesmiddel te produceren en te verkopen. Ook een bedrijf als Apple of Qualcomm werkt vaak met licenties voor hun chips en andere ontwerpen. Deze zijn via patenten vaak beschermd en bedrijven klagen hun concurrent vaak aan als deze onrechtmatig gebruikt worden.
Patenten zijn overigens in het leven geroepen om innovaties te stimuleren want ze belonen de uitvinder met (tijdelijke) exclusiviteit.
Een andere vorm van monopolie op immateriële activa is het verkrijgen van contracten van de overheid. Denk bijvoorbeeld aan spoorwegbedrijven, Palantir en KLM (op Schiphol).
Overstapkosten
Een andere bron van moat zijn de overstapkosten. Soms is het als klant zo duur om over te stappen naar een concurrent dat lasten hoger zijn dan de baten. Denk aan het overstappen van Microsoft naar Apple als groot bedrijf. Of als de medewerkers gewend zijn aan een bepaald softwarepakket waar alle klantgegevens in staan zoals Salesforce. Of de medewerkers zijn gewend om op een bepaalde manier te communiceren zoals via Slack. Overstappen is dus lastig en de kosten zijn waarschijnlijk hoger dan de winst die je eruit kan halen. Het is niet altijd makkelijk en soms vraagt het veel inlevingsvermogen om deze moat te herkennen. Toch loont het de moeite wel want soms kan een product écht slecht zijn, klanten kunnen (en zullen) toch niet snel overstappen als de (eenmalige) kosten hoog zijn.
Netwerkeffect
Het netwerkeffect is wat abstracter dan andere moat bronnen en kun je vanuit 3 perspectieven bekijken. Allereerst heb je het netwerk onderling (horizontaal tussen de klanten). Als je weggaat bij een bepaald bedrijf/product of dienst kun je jouw netwerk verliezen. Denk aan Facebook, Whatsapp en Instagram waar al je vrienden ook zijn. Of denk aan Sligro wat (soms) ook een ontmoetingsplaats is van horecaondernemers.
Het tweede perspectief is een verticaal netwerk waarbij het dus gaat om relatie tussen klant en bedrijf. Denk hierbij aan de klantenservice van Coolblue of de mogelijkheid om producten te upsellen, waardoor je meer en meer diensten afneemt van het bedrijf waardoor de binding versterkt wordt. Dat werkt bijvoorbeeld goed met softwarebedrijven die met verschillende modules werken. Bijkopen is een sterke mate van jezelf het onmogelijk te maken om eruit te komen. Beide perspectieven hebben sterk verband met de bron overstapkosten.
Als laatste is het netwerkeffect te herkennen door het exponentieel gebruik (meer gebruik leidt tot nóg meer gebruik) van een product of dienst. Kijk maar naar Mastercard. Hoe meer consumenten een Mastercard gebruiken, hoe meer bedrijven het zullen faciliteren in hun verkoopkanaal. Hoe meer bedrijven het faciliteren, hoe meer consumenten het gebruiken. Dat werkt vervolgens als een vliegwiel.
Kostenvoordeel
Ken jij het bedrijf Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC)? Zij maken chips voor Apple, Nvidia, Qualcomm, enzovoort. Het is dé chipfabrikant van de wereld en veel grote klanten komen bij hen terecht. Waarom? Zij kunnen de klus redelijk goedkoop klaren. Dat komt omdat de lonen relatief laag zijn in Taiwan en zij toch de technische kennis hebben. Zij kunnen gewoonweg goedkoper produceren. En aan de andere kant, vraagt het voor een startend bedrijf zovéél kapitaal, dat het niet haalbaar is om de concurrentie aan te gaan.
Een ander voorbeeld is Amazon. Dat met zo’n lage prijzen een nieuwe markt kan betreden, dat het heel snel de nummer 1 concurrent van de troon kan stoten. Zij zijn niet per definitie goedkoper, maar hebben wel het kapitaal om het goedkoop aan te kunnen bieden. Daardoor worden ze op de lange termijn de nummer 1 en bezitten ze het monopolie (niet zozeer op webshop niveau maar op de producten die ze aanbieden via de webshop).
Efficiëntie schaal
De efficiëntie schaal kun je net als het netwerkeffect opsplitsen in 2 perspectieven. Aan de ene kant heb je de bedrijven die zó groot zijn dat ze door die grootte met minder kosten per product of dienst kunnen produceren. Zo hebben 2 bedrijven, 2 opslagplaatsen nodig, terwijl deze 2 bedrijven samen misschien genoeg hebben met 1,5 opslagplaats. McDonalds heeft bijvoorbeeld een voordeel ten opzichte van de friettent om de hoek.
Het andere perspectief is het schaalvoordeel bij groei van het bedrijf. Het is makkelijker voor een cloud-based bedrijf om updates door te voeren dan voor een bedrijf dat de software handmatig op de desktop moet updaten.
Voorbeelden van moat aandelen
Het hebben van een moat is niet altijd objectief vast te stellen. De meningen kunnen dus wel wat verschillen. Maar hier heb je een lijst met Amerikaanse bedrijven met een moat waar je in kan beleggen:
- Schwab (Charles) Corp
- Wells Fargo + Co
- Intel
- Cheniere Energy Inc
- Biogen
- Yum Brands Inc
- Salesforce.com Inc
- Gilead Sciences Inc
- Altria Group Inc
- Applied Materials inc
- Kellogg Co
- Lam Research Corp
- Pfizer Inc
- American Express Co
- Alphabet Inc
- McDonalds Co
- Comcast Corp
- Veeva Systems Inc
- Coca Cola Co
En dan een lijst met bedrijven in de rest van de wereld met een moat:
- Baidu
- Nabtesco Corp
- Royal Bank of Canada
- Roche Holdings AG
- Brambles LTD
- Sanofi
- Unilever PLC
- Yaskawa Electric Corp
- Novo Nordisk A/S B
- Deutsche Boerse AG
- Glaxosmithkline PLC
- Kao Corp
- Toronto Dominion Bank
Tip: Er zijn ook ETFs die volledig beleggen in moats. Check de VanEck Global Wide Moat maar eens. Ze hebben ook een variant met alleen maar Amerikaanse aandelen.
Hoe herken je een moat?
Om een moat te waarderen kun je naar verschillende aspecten kijken naast het product of de dienst en waarom het een concurrentievoordeel heeft. Morningstar kijkt in ieder geval of het bedrijf een rendement op geïnvesteerd kapitaal boekt (ROIC of Return on invested capital) dat dan groter moet zijn dan de kosten van kapitaal (WACC of Weighted average cost of capital). Hierbij gaat het niet zozeer om het verschil tussen de ROIC en de WACC maar om de langdurigheid. 10 jaar voor een narrow moat en 20 jaar voor een wide moat. De genoemde voorbeelden in het rijtje hierboven, voldoen allemaal aan dat principe.
Deze benadering vind ik persoonlijk eenzijdig maar is te begrijpen vanuit het perspectief van Morningstar. Zij moeten namelijk via een kwantitatieve methode tot deze selectie komen. Ze moeten dus met een objectieve meting kunnen achterhalen wat een moat is en wat niet.
Hierdoor ontbreken in mijn ogen wel bedrijven als Apple dat wel degelijk een moat heeft als je kijkt naar overstapkosten en immateriële activa (merknaam). Of wat denk je van Thor Industries Inc? De nummer 1 in het produceren en verkopen van campers. Hun moat is zo groot dat het op een monopolie lijkt. Ik kijk dus liever naar het verhaal erachter dan naar de data om een moat te herkennen.
Ook kun je beargumenteren dat een bedrijf dat al 20 tot 50 jaar zijn dividend verhoogd het blijkbaar voor elkaar krijgt om een duurzaam bedrijfsmodel constant te laten groeien. Hebben zij dan ook niet duidelijk een concurrentievoordeel?
Waarom beleggen in een moat?
Omdat bedrijven met een moat een sterk concurrentievoordeel hebben, is het aannemelijk dat deze bedrijven het in crisisjaren beter doen dan de concurrentie. Een moat aandeel daalt dus minder hard in een dalende markt en stijgt eerder en sneller als de markt zich herstelt. Dat maakt beleggen in een moat extra interessant wat mij betreft.
De nadelen (en risico’s) van beleggen in een moat?
Net als met elke aandelenselectie beperk je het aantal aandelen waaruit je kan kiezen. Je laat hierdoor dus al snel bijvoorbeeld groeiaandelen links liggen. Ook vraagt deze selectie van aandelen om een totaalplaatje. En je weet niet wat je niet weet dus wanneer heb je een totaalplaatje? Als je kijkt naar Coca Cola om te bepalen of ze een moat hebben, moet je ook weten hoe het zit met een bedrijf als Pepsico en bepalen of Coca Cola ook in de toekomst het concurrentievoordeel behoudt. Dat zijn best lastige vragen om te beantwoorden.
Zou ik beleggen in een moat?
Volmondig ja! Ik vind het mooi om inhoudelijk naar een bedrijf te kijken. Het geeft mij een vorm van rust als ik weet dat ik het beste paard uit de sector heb gekozen. Ik mis hier waarschijnlijk wel de groei van een beginnend bedrijf maar op de lange termijn is de groei duurzaam en stabiel en kan ik met een gerust hart slapen. Dat is ook wat waard. Ik beleg trouwens via DEGIRO. Hier lees je een review van deze broker.
Aandelen met een moat (als ik kijk naar de 5 bronnen van een moat) die ik bezit zijn:
Tip: Ik heb een aparte pagina waar je mijn beleggingen kunt volgen. Deze wordt elke maand geupdate!
Beleggen in een moat kan een mooi onderdeel zijn van je strategie. Wil je meer weten over verschillende strategieën? Check dan zeker deze artikelen:
Deze onderwerpen zijn interessant:
Disclaimer: met beleggen kunt u uw inzet verliezen.
Het is fijn om een artikel te lezen, maar soms wil je gewoon lui op de bank een video kunnen kijken. Dit is een interessante video die ik heb gevonden op YouTube:
super artikel en dikke merci voor de tips!